Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een akkerbouwbedrijf met woongedeelte in de gemeente Noordoostpolder.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt, anders dan de rechtbank, dat X in een procedure over de WOZ-waarde ook de woondelenvrijstelling uit de OZB aan de orde kan stellen. In zijn bezwaarschrift heeft X bezwaar gemaakt tegen ‘de aanslag/beschikking' en heeft hij een taxatiekaart gevoegd waarin hij een verdeling heeft gemaakt tussen ‘grond bij woning' en ‘grond bij niet-woning'. Het bezwaarschrift moet worden geacht mede te zijn gericht tegen de aanslag OZB gebruikersbelasting. Het hof verhoogt de door de heffingsambtenaar toegepaste woondelenvrijstelling. Het hof verwerpt het standpunt van de heffingsambtenaar dat de meerwaarde van de grond als gevolg van de woonbestemming die daarop rust over het gehele perceel moet worden verdeeld. De meerwaarde moet volgens het hof uitsluitend aan de grond onder en bij de woning worden toegerekend. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 30-2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden