Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat het EU-recht niet noopt tot een teruggaaf als de auto na verloop van tijd niet meer is bestemd voor duurzaam gebruik in Nederland en wordt overgebracht naar een andere EU-lidstaat.
X bv exporteert in 2014 en 2015 twee schade-auto's naar Duitsland en België. De auto's zijn hier duurzaam gebruikt. X bv verzoekt om BPM-teruggaven. In geschil is of de verzoeken terecht zijn afgewezen vanwege de schade (art. 4a lid 1-b Uitv. besl. BPM 1992). Volgens Rechtbank Noord-Nederland is de teruggaafregeling niet in strijd met art. 110 VWEU. Als eenmaal in rechte vaststaat dat de heffing wegens duurzaam gebruik naar EU-maatstaven rechtmatig is geweest, dan speelt een latere BPM-teruggaaf zich geheel buiten de werkingssfeer van het EU-recht af. X bv gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het EU-recht niet noopt tot een teruggaaf als de auto na verloop van tijd niet meer is bestemd voor duurzaam gebruik in Nederland en wordt overgebracht naar een andere EU-lidstaat (zie HR 14 februari 2014, 12/05759, V-N 2014/10.18). Het maakt niet uit dat Nederland wetgever wel een algemene teruggaafregeling bij export kent. Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 110
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 14a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 21 november