X is in 1975 begonnen met het exploiteren van een kinderspeelboerderij in de vorm van een eenmanszaak. Met ingang van 1991 heeft X de kinderspeelboerderij verhuurd aan een stichting. In 2007 is de kinderspeelboerderij verkocht aan een derde. In geschil is of de met de verkoop gerealiseerde winst belast is.
Rechtbank Haarlem oordeelt dat de met de verkoop van de kinderspeelboerderij behaalde winst belast is als stakingswinst. De verhuur van de onderneming moet worden gezien als een voortzetting van de onderneming. Uit de jurisprudentie leidt de rechtbank af dat in geval van verhuur van een onderneming in beginsel sprake is van één objectieve onderneming die voor rekening van twee ondernemers, de huurder en de verhuurder, gedreven wordt.