ABN AMRO Lease leaset machines aan Malatex Fiber Recycling B.V. Op 5 oktober 2006 deelt ABN aan Malatex mee dat zij de machines niet meer mag gebruiken en aan ABN ter beschikking moet stellen. Malatex wordt op 17 oktober 2006 failliet verklaard. Op 23 oktober 2006 wijst ABN de curator op de brief van 5 oktober 2006. ABN neemt de machines echter niet terug. De ontvanger legt op 26 oktober 2006 executoriaal beslag op de machines. ABN is van mening dat de ontvanger onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt het bodemrecht van de fiscus niet hoeft te wijken voor de eigendom van ABN. De Hoge Raad oordeelt dat het recht van ABN met betrekking tot de geleasete machines ten tijde van de beslaglegging niet kan worden beschouwd als "eigendom" in de zin van art. 22 § 5 lid 4 Leidraad Inv., voor welke reële eigendom het bodemrecht van art. 22 lid 3 Inv. dient te wijken. De Hoge Raad overweegt daarbij dat ABN tot 5 oktober 2006 slechts de juridische eigendom van de machines bezat. De Hoge Raad overweegt verder nog dat de enkele beëindiging van de leaseovereenkomst en opeising van de machines door ABN zijn te beschouwen als (het begin van) het gebruikmaken van het zekerheidskarakter van haar eigendom. Deze handelingen brengen volgens de Hoge Raad, zolang de machines zich nog op de bodem van de belastingschuldige bevinden, op zichzelf echter geen wijziging in de voor het bodemrecht van de ontvanger relevante aard van het eigendomsrecht van ABN met betrekking tot de machines. Volgens de Hoge Raad was een en ander ontoereikend om te bewerkstelligen dat ABN de in art. 22 § 5 lid 4 Leidraad Inv. bedoelde reële eigendom van de machines verkreeg. De Hoge Raad bevestigt het arrest van het hof.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Invordering
Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Editie: 14 november