Fiscale eenheid Q bv en X bv (hierna Q bv) kweekt vaste planten, bolchrysanten, snijchrysanten en perkgoed en opteert voor de normale BTW-regeling. Vanaf 1996 verkoopt Q bv de producten nog voor de oogst aan Poolse firma's. De gewassen worden vervolgens geoogst door Poolse werknemers. De inspecteur stelt dat de verkoop schijn is. In geschil is de BTW-naheffingsaanslag over 1997 met verhoging van 50%. Rechtbank Breda oordeelt dat de inspecteur voldoende aannemelijk maakt dat X bv het belang bij de oogst heeft behouden. Dit verklaart ook haar betrokkenheid bij de oogst en de latere verkoop. De verhoging wordt gehalveerd vanwege de forse overschrijding van de redelijke termijn. Q bv gaat in hoger beroep. De geheimhoudingskamer van het hof geeft opdracht aan de inspecteur om ook de gegevens van de bij het onderzoek betrokken buitenlandse ambtenaren bekend te maken. De inspecteur geeft hier geen gehoor aan. Q bv stelt dat de aanslag reeds daarom moet worden vernietigd. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat Q bv door de handelswijze van de inspecteur niet in haar procespositie is geschaad. Het hof is van oordeel dat de inspecteur niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd, maar dat wel duidelijk is wat de aard van deze gegevens zijn. Het gaat hier om namen van buitenlandse ambtenaren en kenmerknummers in correspondentie die zijn te herleiden tot de desbetreffende buitenlandse ambtenaren. Van Q BV mag worden verlangd dat zij op zijn minst aangeeft op welke wijze zij in haar rechtspositie wordt geschaad door het niet overleggen van deze gegevens. Er is dus geen reden om consequenties te verbinden aan het niet verstrekken van de gegevens. Het beroep van Q bv is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:29
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 14 november