X, een open-ended beleggingsinstelling met rechtspersoonlijkheid, is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk. Zij is een paraplufonds met tien afzonderlijke sub-fondsen. X verzoekt om teruggaaf van de dividendbelasting over de jaren 2003 - 2012, en stelt daarbij dat zij vergelijkbaar is met een fiscale beleggingsinstelling in de zin van art. 28 Wet VPB 1969.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X niet vergelijkbaar is met een Nederlandse fbi. Het hof wijst daarbij op de doelstelling en de objectieve vormgeving van de regelgeving. Het hof acht daarbij van belang dat een in Nederland gevestigde beleggingsinstelling onderworpen is aan de Nederlandse fiscale rechtsmachtuitoefening, en de buiten Nederland gevestigde beleggingsinstelling niet. Ook overweegt het hof dat de dooruitdelingseis van essentieel belang is om de doelstelling van het Nederlandse regime voor fbi's te verwezenlijken. Het feit dat X niet is te vergelijken met een in Nederland gevestigde beleggingsinstelling, leidt volgens het hof er ook toe om de zaak niet aan te houden in afwachting van de beantwoording van enkele prejudiciële vragen die de Hoge Raad in een andere zaak heeft gesteld (3 maart 2017, nrs. 16/03954 en 16/03955).
Lees ook het thema Beleggingsinstellingen
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 28
Wet op de dividendbelasting 1965 1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting, Dividendbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 6 december