De heer D houdt in 2005 50% van de aandelen in X bv (belanghebbende). D ontvangt voor zijn werkzaamheden als directeur in mei tot en met december 2005 een salaris van in totaal € 16.000. In geschil is of D op grond van gebruikelijk loonregeling een loon van minimaal € 25.412 had moeten krijgen. X bv stelt dat zij toestemming had om een lager loon te hanteren. De inspecteur heeft namelijk niet gereageerd op een schriftelijk verzoek van haar om dit toe te staan (citaat): "Indien u het er niet mee eens bent, verzoeken wij u dit ons te berichten".
Rechtbank Breda hecht geloof aan de verklaring van de inspecteur dat hij de brief, die niet was voorzien van NAW-gegevens en/of fiscaal nummer van X bv, nimmer heeft ontvangen. Bovendien had X bv toen een reactie uitbleef, zelf contact met de inspecteur op moeten nemen om de ontvangst van de brief te verifiëren. Met de enkele stelling dat sprake was van een startend bedrijf dat het gebruikelijk loon niet kon betalen, maakt X bv niet aannemelijk dat zij kon volstaan met een lager loon. X bv maakt ook niet aannemelijk dat zij op het moment waarop D het loon genoot, de belasting en premie feitelijk en juridisch op hem kon verhalen, zodat wordt aangenomen dat X bv de belasting en premie direct voor haar rekening heeft genomen. De eindheffing wordt gebruteerd. Het beroep van X bv is ongegrond.