Tot het bedrijfsvermogen van belanghebbende, X bv, horen tien auto's. X bv stelt de auto ter beschikking aan haar werknemers. Enkele werknemers betalen een eigen bijdrage voor het privégebruik van de auto's. X bv brengt de op het gebruik en aanschaf van de auto drukkende btw volledig in aftrek. In haar btw-aangiften voor het jaar 2011 gaat X bv bij de berekening van de correctie van het privégebruik van de auto's uit van de cataloguswaarden. X bv is echter van mening dat zij slechts btw is verschuldigd over de eigen bijdragen van de werknemers. X bv stelt daarbij onder andere dat, wanneer een dienst gekwalificeerd kan worden als een dienst in de zin van art. 4 lid 1 Wet OB 1968, er niet tevens sprake kan zijn van een dienst in de zin van art. 4 lid 2 Wet OB 1968. Ook kan volgens X bv het BUA niet van toepassing zijn.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat er geen recht op btw-aftrek bestaat voor zover de auto's voor privé worden gebruikt. De rechtbank verwijst hierbij naar art. 16 Wet OB 1968 en het BUA. Volgens de rechtbank is het ook niet in strijd met het EU-recht dat alleen btw-aftrek wordt verleend voor zover de auto's voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt. De rechtbank verwijst daarbij naar de jurisprudentie van het HvJ EU. Hieraan doet volgens het hof niet af dat de werknemers een eigen bijdrage hebben betaald. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 4
Wet op de omzetbelasting 1968 16