Hof Amsterdam bevestigt het oordeel van de rechtbank dat de diensten van belanghebbende moeten worden aangemerkt als bemiddeling.

Belanghebbende (X bv) exploiteert een website. Via de website probeert belanghebbende kopers aan te trekken voor participaties in beleggingsfondsen. Zij verstrekt hiertoe via haar website allerlei informatie. Verder sluit belanghebbende marketingovereenkomsten en cliëntenremisierovereenkomsten met de beleggingsfondsen. Belanghebbende is van mening dat de btw-vrijstelling van art. 11 lid 1 onderdeel i ten tweede Wet OB van toepassing is op de door haar voor de beleggingsfondsen verrichte diensten. De inspecteur is van mening dat de diensten van belanghebbende tegen het algemene tarief zijn belast, omdat er sprake is van reclame maken. Rechtbank Haarlem oordeelt – onder aanhaling van de jurisprudentie van het HvJ EU – dat de diensten van belanghebbende moeten worden aangemerkt als bemiddeling. Volgens de rechtbank spelen de werkzaamheden van belanghebbende zich namelijk af in de voorbereidende fase. Met het in contact brengen van de aspirant-belegger met het beleggingsfonds eindigt de dienstverlening van belanghebbende. Volgens de rechtbank heeft belanghebbende derhalve tot doel om het nodige te doen opdat een aspirant-belegger en een beleggingsfonds een contract sluiten. Het gelijk is aan belanghebbende. De btw-vrijstelling is van toepassing op haar diensten.

Hof Amsterdam bevestigt het oordeel van de rechtbank dat de diensten van belanghebbende moeten worden aangemerkt als bemiddeling. Het gelijk is aan belanghebbende.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

2

Gerelateerde artikelen