De inspecteur wijkt af van de door X ingediende aangifte ib/pvv over het jaar 2007. Op 29 oktober 2010 wordt de in geschil zijnde aanslag ib/pvv over dat jaar opgelegd. De uitspraak op bezwaar wordt gedaan op 22 mei 2012. Het geschil bij de rechtbank en het hof spitst zich met name toe op de vraag of schending van de informatieverplichting van artikel 47 AWR er hier toe kan leiden dat omkering en verzwaring van de bewijslast intreedt. X is van mening dat daarvoor een onherroepelijke informatiebeschikking vereist is. Die is echter niet vastgesteld, zodat volgens X geen omkering kan volgen. Het hof heeft geoordeeld dat hier het oude artikel 25, derde lid, AWR, betreffende de omkering, van toepassing is zoals dat gold vóór 1 juli 2011. Aan een informatiebeschikking wordt volgens het hof dan nog niet toegekomen. Nu X niet aan de informatieplicht van artikel 47 AWR heeft voldaan, rust op hem de last overtuigend aan te tonen dat de aanslag onjuist is. Naar aanleiding van het beroep in cassatie van X heeft Advocaat-Generaal IJzerman een conclusie genomen. De A-G merkt op dat op 1 juli 2011 de aanslag al was opgelegd, maar de uitspraak op bezwaar nog niet gedaan was. In dat kader rijst de vraag welk recht op de in geschil zijnde aanslag van toepassing is. Er is niet voorzien in afzonderlijk wettelijk overgangsrecht. Volgens de A-G lijkt het dat bij ontbreken van wettelijk overgangsrecht als uitgangspunt moet gelden dat een wetswijziging onmiddellijke werking heeft. Wetswijzigingen van formeelrechtelijke aard zoals in dit geval zijn dan direct van toepassing op lopende procedures. Echter, in dit geval is het volgens de A-G de vraag tot in welk stadium van de lopende procedure deze wetswijziging, invoering van de informatiebeschikking, nog effect kan hebben. Volgens de A-G kon de inspecteur na de aanslagoplegging, niet meer overgaan tot vaststelling van een informatiebeschikking als voorzien bij de wetswijziging van 1 juli 2011. Het oude recht blijft op die aanslag van toepassing. De A-G adviseert de Hoge Raad het beroep in cassatie van X ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet inzake rijksbelastingen 25 lid 3 (oud
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 24 maart