Hof Den Haag oordeelt dat het onderscheid in leeftijd in de regeling ter zake van de aftrek van scholingskosten niet strijdig is met internationale verdragen.

Belanghebbende, X, is geboren in 1976. Als hij in 2008 een opleiding tot verkeersvlieger gaat volgen is hij ouder dan 30 jaar. In 2008 accepteert de inspecteur de door X geclaimde aftrek van studiekosten, maar over 2009 en 2010 niet. Over die jaren, waarin de kosten van de opleiding achtereenvolgens € 44.557 en € 21.524 bedragen, beperkt de inspecteur de kosten in beide jaren tot € 15.000. Bij beschikking stelt hij de niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek per 31 december 2010 vast op € 30.000 (€ 15.000 voor 2009 en € 15.000 voor 2010). X gaat in beroep tegen de aanslag IB 2010 en stelt dat artikel 6.30 Wet IB 2001 een niet-gerechtvaardigd onderscheid naar leeftijd maakt doordat scholingsuitgaven boven een bedrag van € 15.000 alleen in aanmerking kunnen worden genomen door belastingplichtigen in de leeftijd tussen 18 en 30 jaar. Omdat X ouder is, is de aftrek beperkt tot € 15.000 per jaar.

Hof Den Haag oordeelt in deze procedure dat dit onderscheid in leeftijd niet strijdig is met internationale verdragen en verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.30

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 24 maart

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen