Mevrouw C, erflaatster, is overleden in 2002. Haar erfgenamen zijn onder meer haar nichten, belanghebbenden, de zusters X. De omvang van de nalatenschap is bijna € 15 miljoen. Tot de nalatenschap behoren alle aandelen in B bv. In 2006 zijn aan de zusters X twee afzonderlijke aanslagen opgelegd, een gewone en een conserverende aanslag successierecht. De gewone aanslag is inmiddels onherroepelijk verminderd (Rechtbank Breda 9 juni 2008, nr. 07/3226, V-N 2008/49.3.4 en Hof 's-Hertogenbosch 20 november 2009, nr. 08/00501, V-N 2010/27.1.2). In 2011 verhoogt de inspecteur de conserverende aanslag door middel van navordering. In geschil is of dat terecht is. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag buiten de navorderingstermijn is vastgesteld en dus moet worden vernietigd. De inspecteur stelt vergeefs dat de rechtbank de gewone aanslag in 2008 reeds heeft geconverteerd in een conserverende aanslag, omdat de gewone en de conserverende aanslag communicerende vaten zijn. Het feit dat partijen bij de rechtbank overeenstemming hebben bereikt over de kwalificatie van een belastingschuld, maakt niet dat de zusters X ook afstand hebben gedaan van hun recht zich te beroepen op de overschrijding van de aanslagtermijn. Dit blijkt namelijk niet uit het proces-verbaal van de zitting. Het beroep van de zusters X is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Schenk- en erfbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant