Hof Den Haag beslist dat drie autopoetsers, die tijdens een controlebezoek wegvluchtten, in dienstbetrekking zijn bij een autopoetsbedrijf.

Belanghebbende, vof IJ, exploiteert een autopoetsbedrijf. Het bedrijf is op 1 juni 2002 opgericht. De vennoten zijn A en B. Voor werknemer C is loonheffing afgedragen. Op 2 februari 2010 bezoeken de Belastingdienst en een medewerkster van de Arbeidsinspectie vof IJ. Doel van het bezoek was onder andere het vaststellen van de identiteit van en het aantal in de onderneming van vof IJ in loondienst werkzame personen. Tijdens het bezoek zijn drie personen aangetroffen die bezig waren met het poetsen van auto's. Nadat de controleurs de werkruimte hadden betreden en hadden aangegeven waarvoor zij kwamen, zijn alle drie de personen weggerend uit het bedrijf. D kon worden aangehouden, de beide anderen niet. Eén van hen is later geïdentificeerd als E en van de derde, X, kon de identiteit niet worden vastgesteld. Naar aanleiding van de constateringen tijdens het bedrijfsbezoek legt de inspecteur met toepassing van artikel 30a Wet LB 1964 de twee in geschil zijnde naheffingsaanslagen lb/pvv op met bijbehorende vergrijpboetes. Het beroep van vof IJ wordt ongegrond verklaard. Vof IJ gaat in hoger beroep.

Volgens Hof Den Haag waren D, E en X tijdens het controlebezoek in dienstbetrekking bij vof IJ. Verder is het hof van mening dat de aan E in mei 2009 afgegeven var-verklaring wuo geen betekenis heeft voor de toepassing van artikel 6a Wet LB 1964. Toen E bij vof IJ kwam werken is er niet geïnformeerd of hij een var-wuo had en E heeft zo'n verklaring niet aan vof IJ verstrekt en zo'n verklaring is niet in de administratie van vof IJ opgenomen. Ook ontbreekt een identiteitsbewijs van E in de administratie. Het hof is van mening dat vof IJ niet overtuigend heeft aangetoond dat D, E en X niet tenminste zes maanden voorafgaand aan 2 februari 2010 tot hem in dienstbetrekking hebben gestaan of dat zij een lager loon hebben genoten. Het hof vermindert de naheffingsaanslagen en boetes toch nog conform de conclusie van de inspecteur, aangezien D en E vanwege hun status als vreemdeling zonder werkvergunning niet als werknemers voor de werknemersverzekeringen worden aangemerkt en over hun loon geen werknemerspremies en ZVW hoeft te worden ingehouden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 6a

Wet op de loonbelasting 1964 30a

Wet op de loonbelasting 1964 26b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hof Den Haag

1

Gerelateerde artikelen