Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X bv de dividendbelasting niet kan verrekenen. X bv is weliswaar opbrengstgerechtigde van de dividenden, maar niet de uiteindelijk gerechtigde van de op de aandelen uitgekeerde dividenden.

X bv behoort tot een Luxemburgs concern dat in financiële instrumenten handelt. Zo verkrijgt X bv aandelen van Nederland vennootschappen van een derde partij, vlak voor dividendbetaling. Tegelijkertijd wordt door een buitenlandse groepsmaatschappij een future met verplichting tot levering ex dividend aangegaan met betrekking tot diezelfde aandelen met diezelfde derde partij. Het uitgekeerde dividend wordt daarbij slechts gedeeltelijk ingeprijsd in de future uitoefenprijs. Naar aanleiding van een onderzoek naar dividendstripping legt de inspecteur een VPB-navorderingsaanslag op aan X bv. Volgens de inspecteur is X bv namelijk niet de uiteindelijk gerechtigde van de op de aandelen uitgekeerde dividenden, zodat verrekening van de dividendbelasting niet aan de orde is.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X bv de dividendbelasting niet kan verrekenen. X bv is weliswaar opbrengstgerechtigde van de dividenden, maar niet de uiteindelijk gerechtigde van de op de aandelen uitgekeerde dividenden. De rechtbank wijst er daarbij op dat niet alleen de transacties met betrekking tot de koop van de aandelen en de verkoop van de futures steeds plaatsvonden via dezelfde broker, maar ook dat de partij die de aandelen via de broker verkocht ook de partij was met wie middels diezelfde broker de future werd aangegaan. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 25

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Dividendbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 12 juli

71

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen