Rechtbank Den Haag oordeelt dat de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd met inachtneming van de door X aangehouden Spaanse bank- en spaartegoeden.

X is inwoner van Nederland en binnenlands belastingplichtig. In zijn aangiften IB/PVV 2015 t/m 2019 vermeldt hij geen inkomsten uit sparen en beleggen. De inspecteur verzoekt in 2020 om inlichtingen van X over tien in Spanje aangehouden bankrekeningen. De Spaanse autoriteiten verstrekken de inspecteur bankgegevens van X. De inspecteur legt navorderingsaanslagen op waarbij hij de bank- en spaartegoeden van de Spaanse rekeningen tot de rendementsgrondslag rekent. De inspecteur legt eveneens verzuimboeten op wegens grove schuld van X.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd met inachtneming van de door X aangehouden Spaanse bank- en spaartegoeden. Dat de Spaanse regelgeving bepaalt dat vermogensbestanddelen van niet-ingezetenen tot een bedrag van € 700.000 zijn vrijgesteld van belastingheffing, kan X niet baten nu deze regelgeving niet in Nederland van toepassing is. Nederland is in dit geval de woonstaat en mag op basis van het verdrag Nederland-Spanje heffen over de vermogensbestanddelen. De inspecteur heeft doen blijken dat sprake is van grove schuld. De boetebedragen zijn passend en geboden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Wet inkomstenbelasting 2001 5.3

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Algemene wet bestuursrecht 1;3

BWBR0005537, 1);3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 12 juli

63

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen