Belanghebbende, X, heeft een 100% belang in A bv en B bv. X is als directeur in loondienst bij A BV. Hij ontvangt van B bv geen loon, maar B bv declareert over het eerste kwartaal van 2006 wel bij T BV een managementvergoeding van € 25.000 per maand. X geniet in 2006 salaris, in januari t/m maart ruim € 10.000 bruto per maand van A bv, en vanaf april € 25.000 per maand bij T bv. X heeft een rekening-courantschuld bij A bv en bij B bv, die in 2006 oplopen; die bij A bv met € 9 ton en die bij B bv met 1,4 ton. De inspecteur corrigeert de aangifte van X in die zin dat hij gebruikelijk loon in aanmerking neemt en de toename van de rekening-courantschulden kwalificeert als uitdelingen, hetgeen X bestrijdt.
Rechtbank Haarlem concludeert uit het feit dat T bv aan B bv managementvergoedingen heeft betaald, dat X werkzaamheden voor B bv heeft verricht, omdat X de enig werknemer van B bv was. X heeft arbeid verricht voor B bv, zodat aan X een gebruikelijk loon kan worden toegerekend. De rechtbank oordeelt vervolgens dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat de geldverstrekkingen door A bv en B bv aan X als uitdelingen kwalificeren en belastbaar zijn als regulier voordeel uit aanmerkelijk belang. Dit geldt niet voor de bijgeschreven rente omdat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de rente door X is genoten in de zin van artikel 4.43 Wet IB 2001. In zoverre is het beroep van X gegrond.