Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt op grond waarvan hij positieve opbrengsten kon verwachten met de activiteiten van zijn eenmanszaak. De eenmanszaak vormt geen bron van inkomen en er wordt geen rekening gehouden met het negatieve resultaat.

Belanghebbende, X, houdt de aandelen in bv. Daarnaast drijft X een eenmanszaak. Beide ondernemingen zijn actief op het gebied van het geven van financiële en juridische adviezen. Naar aanleiding van een krantenartikel stelt de inspecteur een boekenonderzoek in bij X en legt hij IB-(navorderings)aanslagen op aan X. De inspecteur stelt daarbij onder andere dat de activiteiten van de eenmanszaak niet kwalificeren als winst uit onderneming en er geen sprake is van een bron van inkomen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt op grond waarvan hij, in weerwil van de negatieve resultaten, positieve opbrengsten kon verwachten met de activiteiten van zijn eenmanszaak. De eenmanszaak vormt dan ook geen bron van inkomen en het negatieve resultaat kan daarom niet in aanmerking worden genomen. Ten aanzien van de door de bv opgevoerde kosten verwijst de rechtbank naar de VPB-procedure van de bv. Daarin is beslist dat met betrekking tot deze kosten onvoldoende aannemelijk is geworden dat sprake is van zakelijke kosten van de bv en dat deze uitgaven zijn gedaan ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van X. Deze voordelen vormen voor X een winstuitdeling. Ook de ab-correcties zijn terecht doorgevoerd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 4.12

Wet inkomstenbelasting 2001 3.4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

19

Gerelateerde artikelen