Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat erfgenamen recht hebben op een WOZ-beschikking. De gegevens in de Basisregistratie Kadaster zijn niet leidend.
In 1999 overlijdt X en laat zijn vrouw achter met wie hij in gemeenschap van goederen is getrouwd. Vervolgens overlijdt de vrouw in 2010, waardoor haar twee zonen en twee kleinkinderen als erfgenamen onder meer de woning erven. Jarenlang is er strijd over de verdeling van de nalatenschap. Omdat de woning deel uitmaakt van de nalatenschap willen de erfgenamen de WOZ-waarde voor het belastingjaar 2010 aanvechten. De woning is namelijk in 2019 verkocht voor € 660.000, terwijl de WOZ-waarde voor het belastingjaar 2010 € 943.000 is. De heffingsambtenaar weigert echter een WOZ-beschikking af te geven, omdat de erfgenamen niet staan vermeld in de Basisregistratie Kadaster.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de erfgenamen recht hebben op een WOZ-beschikking. De gegevens in de Basisregistratie Kadaster zijn namelijk niet leidend. Erfgenamen moeten de mogelijkheid hebben om aannemelijk te maken dat de gegevens in de Basisregistratie van het Kadaster onjuist zijn (negatief stelsel). Het staat vast dat de vrouw op het moment van overlijden van haar man het volledige eigendom van de woning heeft verkregen. Na haar overlijden is dit eigendom overgegaan op de erfgenamen. Het beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken art. 28
Wet waardering onroerende zaken art. 26
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Schenk- en erfbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 18 januari
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel