Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er onvoldoende samenhang bestaat tussen de exploitatie van de webshop en de postbezorging om het aan te merken als één objectieve onderneming. De exploitatie van de webshop vormt daarnaast geen bron van inkomen.

X schrijft in 2014 zijn eenmanszaak in bij de KvK. In 2016 worden de werkzaamheden ingebracht in een vof met zijn vrouw. De werkzaamheden bestaan uit het exploiteren van een webshop, postbezorging en de verkoop van fietsen. In geschil is of X een onderneming drijft.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er onvoldoende samenhang bestaat tussen de exploitatie van de webshop en de postbezorging om het aan te merken als één objectieve onderneming. Ook vormen de werkzaamheden op zich geen onderneming. Voor de webshop geldt dat er geen sprake is van een bron van inkomen, omdat een objectieve voordeelsverwachting ontbreekt. Sinds de start van de werkzaamheden zijn namelijk alleen maar negatieve resultaten behaald. Voor de jaren na 2020 maakt X niet aannemelijk dat de resultaten positief zullen zijn. Voor de postbezorging geldt dat X voor deze werkzaamheden niet als ondernemer kwalificeert. Daarbij wijst het hof met name op de volgende factoren: het ontbreken van ondernemersrisico, de bekendheid naar buiten, het aantal opdrachtgevers en het spraakgebruik. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.4

Wet inkomstenbelasting 2001 3.2

Wet inkomstenbelasting 2001 3.1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

8

Gerelateerde artikelen