Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende met de forfaitaire berekening van de kilometerprijs niet aannemelijk maakt dat de extra uitgaven voor vervoer hoger zijn dan hetgeen de inspecteur reeds toestond.

Belanghebbende (X) heeft voor 2017-2018 in haar aangiften IB/PVV specifieke zorgkosten opgevoerd. In geschil zijn de extra uitgaven voor vervoer in verband met ziekte en/of invaliditeit. Belanghebbende heeft de kilometerprijs van het vervoer met behulp van gegevens van het CBS/NIBUD met de rekentool van de ANWB op forfaitaire wijze berekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X met de forfaitaire berekening van de kilometerprijs niet aannemelijk maakt dat de extra uitgaven voor vervoer hoger waren dan hetgeen de inspecteur reeds toestond. De berekening van X volstaat niet ter onderbouwing van de door X gemaakte kosten, omdat zij daarmee niet de werkelijke kosten van bijvoorbeeld brandstof, wegenbelasting en verzekering heeft berekend. X kan verder geen vertrouwen ontlenen aan de door de inspecteur geaccepteerde kilometerprijzen voor 2015-2016, aangezien X expliciet erop is gewezen dat hij daaraan geen vertrouwen kon ontlenen. De beroepen zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

13

Gerelateerde artikelen