Rechtbank Noord Holland oordeelt dat alleen facturen onvoldoende zijn om aannemelijk te maken dat er daadwerkelijk goederentransacties plaatsvinden.

X handelt in bloemen, planten en aanverwante producten. X doet 75% van haar inkopen bij A. A geeft de verschuldigde omzetbelasting niet aan en draagt deze niet af. Daarnaast vermeldt A geen btw-identificatienummer op haar facturen. De inspecteur stelt dat er geen reële goederentransacties ten grondslag liggen aan deze facturen en legt over de maanden maart tot en met juni 2014 een naheffingsaanslag op aan X.

Rechtbank Noord Holland oordeelt dat X onvoldoende aannemelijk maakt dat er reële goederentransacties ten grondslag liggen aan de facturen. X beschikt slechts over facturen, maar geen andere documenten betreffende bijvoorbeeld inkooptransacties, vervoer en kwaliteitscontroles. Daarnaast was bij de aandeelhouder van X slechts het mobiele telefoonnummer en de voornaam bekend van de dga van A. Onder andere hierdoor had X moeten vermoeden dat zij onderdeel was van een fraudeketen. De naheffingsaanslagen zijn terecht opgelegd. Het beroep is ongegrond.

Lees ook het thema Recht op aftrek van de btw; wanneer en hoeveel?

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 2 september

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen