Eiser, X, heeft in 2008 zijn echtgenote begraven op de nieuwe algemene begraafplaats in Driebergen-Rijsenburg. Na de herindeling op 1 januari 2006 van de gemeente Utrechtse Heuvelrug en de harmonisering van de verordeningen lijkbezorgingsrechten van de samengevoegde gemeenten is sinds 1 januari 2008 de verplichting ontstaan om onderhoudskosten te betalen. X is het niet eens met de factuur grafonderhoudsrechten omdat de gemeente niet voldoet aan de onderhoudsverplichtingen zoals deze staan opgenomen in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Utrechtse Heuvelrug.
Rechtbank Utrecht vernietigt de factuur grafonderhoudsrechten omdat de gemeente niet of nauwelijks aan de onderhoudsverplichting heeft voldaan. De rechtbank overweegt dat de gemeente zichzelf de verplichting heeft opgelegd om een aantal specifieke schoonmaakwerkzaamheden meerdere keren per jaar te verrichten. Deze werkzaamheden vormen het belastbare feit waarop de aanslag grafonderhoudsrechten is gebaseerd. Uit hetgeen ter zitting is besproken blijkt dat de gemeente geen of in ieder geval zeer weinig onderhoud aan het graf van de echtgenote van X heeft verricht. De eventueel wel verrichte werkzaamheden zijn volgens de rechtbank te gering om aan te nemen dat het belastbare feit zich heeft voorgedaan. Dat betekent dat de grondslag voor de aanslag ontbreekt en dat de factuur grafonderhoudsrechten 2009 vernietigd moet worden. Het beroep van X is gegrond.