Eind 1988 richt Z belanghebbende (X bv) op. Z is tot 7 december 2001 de enige bestuurder van belanghebbende. Van 7 december 2001 tot 31 december 2006 is een op Curaçao gevestigde vennootschap de bestuurder van belanghebbende, eerst A nv en later B nv. Met ingang van 31 december 2006 is belanghebbende weer bestuurder van belanghebbende. In geschil is of de werkelijke leiding, en daarmee de fiscale vestigingsplaats van belanghebbende, zich in de periode 7 december 2001 tot en met 31 december 2006 op Curaçao bevond.
Rechtbank Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat Z, of een andere in Nederland levende persoon, de feitelijke leiding van belanghebbende in handen had. De rechtbank acht daarbij onder andere van belang dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat Z na de bestuurswisseling in 2001 feitelijk nog bestuurshandelingen heeft verricht. Volgens de rechtbank heeft belanghebbende tegenover de door de inspecteur aangevoerde stellingen voldoende feiten gesteld waaruit volgt dat B nv vanaf 7 december 2001 zelfstandig bestuurshandelingen heeft verricht. Belanghebbende heeft volgens de rechtbank dan ook aannemelijk gemaakt dat haar werkelijke leiding vanaf 7 december 2001 op de Nederlandse Antillen was gelegen. De rechtbank vermindert en vernietigt de (navorderings)aanslagen.