Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de grond door X destijds is ingebracht in de maatschap met haar echtgenoot tegen de waarde in verpachte staat en dat dit doorwerkt naar haar eindbalans van de TBS-periode. Een ander deel van de boekwinst is later belast door het vervallen van het pachtrecht.

X huwt op huwelijkse voorwaarden met Y, die samen met zijn broer in maatschapsverband een agrarische onderneming exploiteert. X bezit ruim 50 hectare verpachte landbouwgrond die zij in 1977 van haar ouders had gekregen. Na verloop van tijd is dit in fasen vrijgekomen van pacht. Na het vrijkomen verpacht X de grond aan de maatschap van Y en zijn broer. Vanaf 1 januari 2001 kwalificeert de grond als haar TBS-vermogen, maar dit is in haar aangiften nooit als zodanig aangegeven. In 2011 neemt Y het aandeel van zijn broer over. X en Y gaan vervolgens zelf een maatschap aan en brengen ieder de economische eigendom van grond in. De grond die X inbrengt, is in 2017 per 1 januari 2001 minnelijk getaxeerd op € 25.000 per ha in vrije staat en € 12.500 in verpachte staat. Op 30 april 2011 is dit gestegen tot respectievelijk € 35.000 en € 17.500. In 2018 draagt X 40% van haar aandeel in de economisch eigendom van één perceel (0.70.75 ha) over aan Y door winstverdeling van 50/50 in zoverre te wijzigen in 10/90. In geschil is wat de fiscale gevolgen in de IB-sfeer zijn.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de grond door X in 2011 is ingebracht tegen de waarde in verpachte staat en dat dit doorwerkt naar haar eindbalans van de TBS-periode. Bij de latere overdracht realiseert X een aan die periode toerekenbare belaste boekwinst van € 3183 (€ 5.000 x 0.70.75 ha x 90%). De aan de maatschapsperiode toerekenbare boekwinst is € 13.443 (€ 65.000 - € 12.500) x 0.70.75 x 40%). Hiervan is € 8490 vrijgesteld, zijnde de autonome waardestijging (landbouwvrijstelling) en € 4953 is belast door het vervallen van het pachtrecht. De aldus in totaal belaste winst van € 8136 is hoger dan de € 6367 die de inspecteur heeft belast. De oorzaak hiervan is dat hij geen rekening heeft gehouden met het voorbehoud dat X bij het aangaan van de maatschap had gemaakt ten aanzien van de stille reserves, waardoor de aan de TBS-periode toerekenbare boekwinst enkel voor 40% in aanmerking is genomen. De door hem belaste winst is dus niet te hoog. Het beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema De landbouwvrijstelling in de winstsfeer.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.99

Wet inkomstenbelasting 2001 3.91

Wet inkomstenbelasting 2001 3.12

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 15 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

Dossiers: Agro

649

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen