X bv heeft in het tijdvak van naheffing (bestel)auto's ter beschikking gesteld aan haar werknemers. X bv komt in beroep tegen de haar opgelegde naheffingsaanslag loonheffingen over het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009. X bv beroept zich op het verschil in fiscale behandeling van kosten van een auto voor ondernemers en voor werknemers. Ten aanzien van de toepassing van het forfait van € 300 per bestelauto stelt X bv dat de wetgever ten onrechte het type auto bepalend acht. Volgens X bv had de wetgever betekenis moeten toekennen aan de functie van een auto voor de bedrijfsvoering. Rechtbank Zeeland-West-Brabant vat beide stellingen op als een beroep op het gelijkheidsbeginsel en verwerpt deze. De situaties van ondernemers en van werknemers verschillen zozeer dat er geen sprake is van rechtens gelijke gevallen. De tweede stelling faalt ook omdat van de keuze om aan te knopen bij het type niet kan worden gezegd dat zij elke redelijke grond ontbreekt. De wetgever heeft dan ook de hem toekomende ruime beoordelingsvrijheid niet overschreven. Het beroep wordt toch gegrond verklaard omdat op de zitting is komen vast te staan dat voor de berekening van de correctie uitgegaan moet worden van een lager bedrag. Dit leidt tot vermindering van de naheffingsaanslag.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13bis
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant