De Hoge Raad oordeelt dat een fout door toepassing van de foutenleer in het oudste nog openstaande jaar moet worden hersteld. Dit houdt echter niet in dat de fout in het eerst mogelijke jaar moet worden hersteld.

Belanghebbende, X bv, maakt onderdeel uit van het A-concern. De bedrijfsactiviteiten van het concern bestaan uit het autodealerschap en het leasen van auto's. Het concern vormt een RAER in verband met haar activiteiten. In 1997 wordt het concern gesplitst. X bv stelt de RAER in haar VPB-aangifte 1997 op nihil en rekent een bedrag van € 146.348 aan RAER ten onrechte aan Z bv toe. Het concern procedeert over de RAER voor de auto´s. In 2008 wordt duidelijk wat de stand van de RAER per 31 december 1996 is. De inspecteur betrekt vervolgens in de jaren 2004-2005, op grond van de foutenleer, een bedrag van ruim € 1,3 mln in de VPB-heffing. Volgens de inspecteur heeft X bv dit bedrag aan RAER ten onrechte niet in aanmerking genomen per 1 januari 1997. Het bedrag van € 1,3 mln betreft een aansluitingsverschil en het bedrag van € 146.348. X bv en de inspecteur komen tijdens de procedure overeen dat X bv het aansluitingsverschil in tien jaren mag laten vrijvallen. In geschil is of de inspecteur op grond van de foutenleer het gedeelte van de correctie dat betrekking heeft op de jaren 2000-2003 in 2004 mag corrigeren. Rechtbank Haarlem oordeelt dat de inspecteur terecht rekening heeft gehouden met het aansluitingsverschil. Volgens de rechtbank is 2004 het eerste jaar waarin de inspecteur de vrijvallen in aanmerking kan nemen. Hof Amsterdam oordeelt dat de essentie van de foutenleer nu juist is dat onder omstandigheden het totaalwinstbegrip voorrang heeft op het jaarwinstbeginsel. Het hof verwerpt dan ook de stelling van X bv dat een correctie op grond van de foutenleer uitsluitend kan worden toegepast in het eerste jaar waarin de correctie leidt tot fiscale gevolgen. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

De Hoge Raad oordeelt dat een fout door toepassing van de foutenleer in het oudste nog openstaande jaar moet worden hersteld, als het niet meer mogelijk is om de fout in het jaar waarin de fout is gemaakt te herstellen. Dit houdt volgens de Hoge Raad echter niet in dat de fout in het eerst mogelijke jaar moet worden hersteld. Als nog niet alle voor het herstel benodigde gegevens beschikbaar zijn, kan een fout ook in een later jaar worden hersteld. De Hoge Raad wijst er nog wel op dat herstel in een later jaar niet meer mogelijk is als de inspecteur met een dergelijk herstel zou handelen in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Daarvan is in casu echter geen sprake. De inspecteur kan de fout dan ook in 2004 herstellen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 27 oktober

642

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen