Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst niet in Nederland woonde. Hij is dan niet uit het buitenland aangeworven, en heeft geen recht op toepassing van de 30%-regeling.

Belanghebbende, X, is afkomstig uit Turkije. Sinds 2010 studeert hij in Nederland. Na afronding van zijn studie treedt hij in 2013 in dienst bij A bv. In 2014 dienen X en A bv een verzoek in om toepassing van de 30%-regeling. De inspecteur wijst het verzoek af.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst niet in Nederland woonde. Hij is dan niet uit het buitenland aangeworven, en heeft geen recht op toepassing van de 30%-regeling. De rechtbank acht daarbij niet van belang dat de persoonlijke en financiële betrekkingen misschien wel het nauwst met Turkije zijn. Om te concluderen tot een woonplaats in Nederland, hoeft de band met Nederland namelijk niet sterker te zijn dan de band met enig ander land. Het gelijk is aan de inspecteur.

Lees ook het thema De 30%-regeling

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10e

Wet op de loonbelasting 1964 31a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 26 maart

22

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen