Hof Amsterdam oordeelt na verwijzing door de Hoge Raad dat de gemeente X door het samenstel van rechtshandelingen in wezen geen vergoeding heeft bedongen, zodat de levering niet heeft plaats gevonden onder bezwarende titel en het geen economische activiteit is.

Gemeente X sticht een gebouw voor twee basisscholen, een peuterspeelzaal en een kinderdagverblijf, waarvan de kosten ruim € 5 mln. bedragen. X verkoopt het gebouw voor € 550.000 aan een woningcorporatie.​​​ De corporatie verplicht zich om het gebouw gedurende 30 jaren te blijven aanwenden als ‘brede’ school en X krijgt het recht van eerste koop. In geschil is of X de BTW die haar ter zake van de bouw ​

in rekening is gebracht, in aftrek kan brengen. Volgens Hof Den Haag is de overdracht geen belastbare handeling. De Hoge Raad (10 september 2021, 19/01869, V-N 2021/37.12) oordeelt echter dat de omstandigheid dat de hoogte van de verkoopprijs (mede) is bepaald door een belastingvoordeel dat is beoogd met de structurering van activiteiten, niet afdoet aan een eventueel rechtstreeks verband tussen de levering van de school en de betaling van een (beperkte) geldsom. Het is niet relevant welk oogmerk X en de corporatie hebben. Volgt verwijzing.

Hof Amsterdam oordeelt dat X door het samenstel van rechtshandelingen in wezen geen vergoeding heeft bedongen, zodat de levering niet heeft plaats gevonden onder bezwarende titel. De levering kan daarom niet worden aangemerkt als economische activiteit (vgl. HR 14 oktober 2016, 15/00664, V-N 2016/54.12). Via de door X gesubsidieerde huurpenningen, ontvangt de corporatie namelijk - naast een onderhoudsvergoeding - een rentevergoeding van 5%. De corporatie gaat er terecht vanuit dat X bereid is om de school na 30 jaar terug te kopen voor de historische verkrijgingsprijs, nog te verhogen met de eventuele onderhoudsvoorziening. X stelt vergeefs dat de teruglevering na 30 jaar bewust niet in de stukken staat en dat er slechts intenties zijn uitgesproken. Het verzoek om teruggaaf is terecht geweigerd. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 8

Wet op de omzetbelasting 1968 1

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 2 september

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen