De Fransman Christian Picart bezit aanzienlijke deelnemingen in het maatschappelijk kapitaal van verschillende Franse vennootschappen. Op 7 juni 2002 verplaatst hij zijn fiscale woonplaats van Frankrijk naar Zwitserland, en geeft hij de latente meerwaarde van die deelnemingen aan. In 2005 verkoopt Picart de deelnemingen en vervalt het door hem gevraagde uitstel van betaling. De Franse Belastingdienst herziet het bedrag van de betrokken meerwaarde en legt aanvullende IB-aanslagen op. Picart beroept zich op de Overeenkomst EU - Zwitserland en stelt dat hij zich als zelfstandige kan beroepen op de vrijheid van vestiging, omdat hij zich in Zwitserland had gevestigd om daar een economische activiteit te verrichten. De Franse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Advocaat-generaal Mengozzi concludeert dat het op grond van de Overeenkomst EU - Zwitserland gewaarborgde recht van vestiging is voorbehouden aan onderdanen van een overeenkomstsluitende partij, met het oog op de uitoefening van een activiteit anders dan in loondienst op het grondgebied van een andere overeenkomstsluitende partij. Vervolgens stelt de A-G vast dat de situatie van Picart niet lijkt te vallen binnen de werkingssfeer van de Overeenkomst EU - Zwitserland. Volgens de A-G had Picart namelijk niet de bedoeling om op Zwitsers grondgebied een activiteit anders dan in loondienst uit te oefenen. Picart zette namelijk slechts de activiteiten die hij in Frankrijk al verrichtte voort: het beheer van deelnemingen in het maatschappelijk kapitaal van in Frankrijk gevestigde vennootschappen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 31 juli