Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het tweede bezwaarschrift dat is geschreven door een gemachtigde in feite niks toevoegt aan het eerste bezwaarschrift dat door X zelf is ingediend.

X dient een bezwaarschrift in tegen invorderingskosten die in rekening zijn gebracht door de invorderingsambtenaar van Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn. In geschil is of de ontvanger terecht het verzoek van X om vergoeding van de kosten van bezwaar heeft afgewezen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het tweede bezwaarschrift dat is geschreven door een gemachtigde in feite niks toevoegt aan het eerste bezwaarschrift dat door X zelf is ingediend. Het perspectief in de brieven verschilt weliswaar, maar dit maakt de gronden in beide brieven niet verschillend of aanvullend. Verder bevat de tweede brief een aanvulling op de feiten, namelijk de gebeurtenissen sinds de verzending van de eerste brief, en is de tweede brief breedsprakiger. Dit alles voegt voor de beoordeling van het bezwaar echter niets toe. De invorderingsambtenaar heeft daarom kunnen beslissen dat de inschakeling van professionele bijstand voor het schrijven van de tweede brief niet redelijk was. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 13 augustus

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen