X heeft in zijn aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2008 een bedrag van € 5.068 aan aftrekbare aangiften opgevoerd. Deze hebben betrekking op zijn vrijwilligerswerk voor een gymnastiekvereniging. De inspecteur staat de giftenaftrek niet toe. Na bezwaar accepteert de inspecteur alsnog een bedrag van € 186 aan aftrekbare giften. X komt in beroep. Rechtbank Arnhem verklaart het beroep ongegrond. X komt in hoger beroep. In geschil is onder andere of de door de inspecteur niet geaccepteerde bedragen als een aftrekbare gift zijn aan te merken. Hof Arnhem overweegt dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij recht heeft op de geclaimde giftenaftrek ter zake van zijn vrijwilligerswerk. Niet aannemelijk is geworden dat X een reëel recht heeft op vergoedingen waarvan hij heeft afgezien. De door X in hoger beroep overgelegde schriftelijke verklaringen van onder andere het bestuur van de gymnastiekvereniging zijn daartoe onvoldoende. Het beroep van X op schending van het gelijkheidsbeginsel wordt eveneens verworpen. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.32