Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de renteaftrek bij belanghebbende terecht heeft beperkt tot de helft van de door hem betaalde rente.

X en zijn ex-echtgenote zijn ieder voor de helft eigenaar van een woning in België. In het echtscheidingsconvenant is afgesproken dat X alle hypotheeklasten vanaf 1 augustus 2013 voor zijn rekening neemt. X verblijft tot 13 juli 2017 in de woning en verhuist daarna naar een huurwoning in Nederland. X trekt over 2018 alle door hem betaalde rente af. Volgens de inspecteur is de helft hiervan aftrekbaar. In geschil is de renteaftrek.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de renteaftrek bij belanghebbende terecht heeft beperkt tot de helft van de door hem betaalde rente. X erkent dat de inspecteur de aanslag overeenkomstig de wettelijke bepalingen heeft opgelegd. X’ beroep op het vertrouwensbeginsel faalt. X maakt niet aannemelijk dat de inspecteur bij het beoordelen van de aangiften over eerdere jaren enig nader onderzoek heeft verricht en daarbij het standpunt heeft ingenomen dat een hoger rentebedrag in aftrek kon komen dan voortvloeit uit de wet.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.120

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

8

Gerelateerde artikelen