De heer X heeft de Italiaanse nationaliteit en wordt hier in maart 2009 op verzoek van Italië aangehouden als verdachte van een zesvoudige moord. X verbleef volgens zijn eigen verklaring pas een maand in de betreffende huurwoning. Bij de inval vindt tevens een huiszoeking plaats. Er worden vuurwapens, valse ID-bewijzen, veel contant geld en diverse aankoopbonnen. Over 2007 tot en met 2009 legt de inspecteur vervolgens IB-aanslagen en vergrijpboetes aan X op. Volgens Rechtbank Haarlem kan omkering van de bewijslast pas aan de orde komen als de inspecteur aannemelijk maakt dat X in de betreffende jaren in Nederland woonde en dus binnenlands belastingplichtig was. De aanslagen worden vernietigd. De inspecteur gaat in hoger beroep. Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank een te hoge drempel heeft opgeworpen voor het kunnen omkeren en verzwaren van de bewijslast, door van de inspecteur op voorhand te verlangen dat hij een vermoeden van binnenlandse belastingplicht aannemelijk maakt. De gemachtigde van X heeft uitdrukkelijk en gemotiveerd aangegeven waarom X in de betreffende jaren niet binnenlands belastingplichtig was. Er kan dus niet worden geoordeeld dat X, door de uitgereikte aangiftebiljetten oningevuld te retourneren, geen aangifte heeft gedaan. Dit leidt ertoe dat de omkering en verzwaring van de bewijslast niet van toepassing is. X stelt met succes dat hij het geld in Duitsland heeft verdiend met de exploitatie van pizzeria's en de handel in auto's. Er is niet komen vast te staan dat de voortvluchtige X hier economische activiteiten heeft verricht of duurzame sociale of maatschappelijke bindingen had. Het beroep van de inspecteur is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e