De heer X heeft een fiscale beroepsprocedure gevoerd tegen de gemeente Bergen. Volgens Rechtbank Alkmaar is in die procedure de redelijke termijn met één jaar en twee weken overschreden. Aangezien het geschil echter ging over aanmaningskosten van € 14, kan worden volstaan met de vaststelling dat de redelijke termijn is geschonden. X krijgt dus geen schadevergoeding en er zijn ook geen redenen voor een proceskostenvergoeding. X gaat in hoger beroep. Hof Amsterdam oordeelt dat de geconstateerde overschrijding voldoende is gecompenseerd met de enkele vaststelling door de rechter dat inbreuk is gemaakt op de rechtszekerheid als algemeen aanvaard rechtsbeginsel dat ertoe noopt dat belastinggeschillen binnen een redelijke termijn worden beslecht. Er zijn zowel in eerste aanleg als in hoger beroep ook geen griffierechten van X geheven. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6