Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat geen inkomstenbelasting kan worden geheven over het deel van het pensioen waarvoor geen recht op aftrek bestond.

X is in 2018 woonachtig in Nederland. Tussen 1980 en 1997 is hij woonachtig geweest in Duitsland. In Duitsland heeft hij premies betaald voor een zogeheten “Deutsche Rentenversicherung”. De premies voor deze voorziening zijn in Duitsland slechts voor 45% aftrekbaar. Over het overige deel van de premies DRV werd loonbelasting geheven. Nu X in 2018 uitkeringen ontvangt uit de voorziening stelt hij dat Nederland geen inkomstenbelasting mag heffen over het deel van de uitkeringen waarvoor geen recht op aftrek bestond in Duitsland. De inspecteur weigert de aftrek voorkoming van dubbele belasting bij het opleggen van de aanslag IB/PVV ten aanzien van het deel van de uitkering waarvoor geen aftrek is genoten.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat geen inkomstenbelasting kan worden geheven over het deel van het pensioen waarvoor geen recht op aftrek bestond. Dit volgt uit de parlementaire toelichting bij de invoering van art. 3.82 aanhef en onderdeel b van de Wet IB 2001, waarin staat dat de pensioeninkomsten slechts worden belast voor zover deze niet eerder in de heffing zijn betrokken. Voor zover is het beroep gegrond. X beroep op het uitsluiten van de kleinepensioenenregeling wordt afgewezen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.82

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

28

Gerelateerde artikelen