X is woonachtig in Hongarije en ontvangt vanuit Nederland diverse pensioenuitkeringen en een AOW-uitkering. In zijn aangiften inkomstenbelasting stelt X dat hij kan worden aangemerkt als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige en dat zijn gehele inkomen belastbaar is in Nederland. Voor het jaar 2017 weigert de inspecteur de regeling voor kwalificerend buitenlands belastingplichtigen toe te passen. X stelt dat Hongarije geen belasting heft over zijn inkomen en dat daardoor Nederland is gehouden om rekening te houden met zijn zorgkosten.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X onvoldoende aannemelijk maakt dat in Hongarije geen rekening wordt gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden. X is derhalve geen kwalificerende buitenlands belastingplichtige. De door X aangeleverde inkomensverklaring van de Hongaarse belastingdienst, in de Hongaarse taal, is onvoldoende bewijs dat Hongarije geen inkomstenbelasting heft over het inkomen. Ook alle formele bezwaren van X worden afgewezen. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 7.8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch