Belanghebbende, de heer X, exploiteert een glastuinbouwbedrijf. X heeft vanaf 1 mei 2007 diverse Hongaarse werknemers in dienst. In geschil is of X voor deze werknemers die langer dan één jaar bij hem hebben gewerkt terecht aanspraak maakt op toepassing van de lage sectorpremies van de Wet financiering sociale verzekeringen. De inspecteur stelt dat de lage premies niet van toepassing zijn, omdat er geen schriftelijke arbeidsovereenkomsten zijn. Rechtbank Breda stelt de inspecteur in het gelijk. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het Besluit Wfsv ten onrechte de eis stelt dat sprake moet zijn van een schriftelijke arbeidsovereenkomst. Dit valt namelijk buiten de delegatiebevoegdheid. Het besluit is dus in zoverre onverbindend. Voor controledoeleinden is de eis ook niet noodzakelijk. Ook bij schriftelijke overeenkomsten is er altijd namelijk aanvullend onderzoek nodig. In casu staat vast dat X met de Hongaren een voldoende kwalificerend dienstverband is aangegaan en dus terecht de lage premies heeft toegepast. Het beroep van X is gegrond. De Staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat het lage sectorpremiepercentage volgens het Besluit Wfsv slechts kan worden toegepast als de arbeidsverhouding is vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst. Het hof is er ten onrechte vanuit gegaan dat slechts sprake is van een bewijsregel en dat de werkgever dus ook op andere wijze het bewijs kan leveren. De eis van een schriftelijke overeenkomst is waarschijnlijk gesteld opdat de Belastingdienst achteraf niet wordt geconfronteerd met uitvoeringsproblemen. Op grond van art. 59 lid 1 Wfsv worden de premies geheven met overeenkomstige toepassing van de LB-regels. De onderhavige eis is daarmee niet in strijd. Zij heeft namelijk geen betrekking op de wijze van heffing van de premie maar op de hoogte van het premiepercentage. De algemeen geformuleerde delegatiebepaling geeft de besluitgever voldoende ruimte om met het oog op de uitvoerbaarheid de onderhavige eis te stellen. Het beroep van de Staatssecretaris is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet financiering sociale verzekeringen 28
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Sociale zekerheid algemeen
Instantie: Hoge Raad
Editie: 23 juni