X is het niet eens met de naheffingsaanslag parkeerbelasting die de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam hem heeft opgelegd. X, zelf advocaat, dient een digitaal bezwaarformulier in waarin hij uitlegt dat op de aanslag niet de juiste straat is vermeld en dat hij voor de plaats waar de auto wel geparkeerd stond over een vergunning beschikte. Namens X dient een kantoorgenoot een papieren bezwaarschrift in van dezelfde strekking. In het bezwaarschrift wordt verzocht om een proceskostenvergoeding. Onderaan het bezwaarschrift staat "i.o. R.J.G. Schouenberg (naam gemachtigde)". Dit bezwaar is ondertekend door X zelf. De heffingsambtenaar wijst het bezwaar toe maar verzuimt te beslissen op het verzoek om een proceskostenvergoeding.
Rechtbank Amsterdam oordeelt dat advocaat X voor een eenvoudig bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting geen rechtsbijstand nodig heeft gehad. Bovendien vindt de rechtbank het niet geloofwaardig dat X daadwerkelijk kosten heeft gemaakt voor rechtsbijstand. Collegiaal advies is geen beroepsmatig verleende rechtsbijstand, aldus de rechtbank. Conclusie is dat X zowel voor de bezwaarfase als de beroepsfase geen proceskostenvergoeding krijgt. Het beroep is wel gegrond omdat de heffingsambtenaar in bezwaar ten onrechte niet op het verzoek om een proceskostenvergoeding heeft beslist.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Amsterdam