Belanghebbende, X, gaat in bezwaar en (hoger) beroep tegen de WOZ-waarde van zijn woning. Na de eerste zitting verzoekt X de raadsheren van het hof te wraken. Als dit verzoek wordt toegewezen, verzoekt X bij de behandeling van de WOZ-zaak om een schadevergoeding voor de wrakingsprocedure.
Hof Den Haag oordeelt dat een toegewezen wrakingsverzoek geen reden is om de wraker een schadevergoeding toe te kennen. Art. 8:75 Awb en het Besluit proceskosten bestuursrecht voorzien niet in de veroordeling van de heffingsambtenaar in de kosten die X in verband met de behandeling van een wrakingsverzoek heeft moeten maken. Een schadevergoeding ex. art. 8:88 Awb behoort evenmin tot de mogelijkheden. Daarvoor is immers vereist dat schade is geleden als gevolg van een in art. 8:88 Awb genoemde oorzaak. Deze oorzaken zijn alle geleden in het handelen of nalaten van een bestuursorgaan. De schade waarvan X vergoeding verzoekt, vloeit niet uit een van deze oorzaken voort. Het hof ziet in art. 6 EVRM geen rechtsgrond voor toekenning voor de gevraagde schadevergoeding, omdat belastinggeschillen niet onder deze bepaling vallen. Er is geen rechtsbeginsel, ook niet het beginsel dat ten grondslag ligt aan art. 6 EVRM, dat noopt om X de gevraagde schadevergoeding toe te kennen. Het hof wijst het verzoek van X om schadevergoeding af. X kan een verzoek indienen bij de burgerlijke rechter.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:88
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6