Rechtbank Arnhem oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de waarde van de panden naast de vuurtoren van Urk slechts € 500.000 was.

De heer X is enig aandeelhouder van A bv. De bv exploiteert een visbedrijf. X woont in het buitengebied van de gemeente Urk in een verbouwde boerderij. In verband met de betrokkenheid van X en zijn echtgenote bij diverse vastgoedtransacties is aan X een ib/pvv-navorderingsaanslag over 2006 opgelegd. Volgens de inspecteur heeft X panden naast de vuurtoren met unieke uitzichten over de haven en het meer te duur verkocht aan A bv. Naast de betreffende winstuitdeling van € 275.000 is tevens resultaat uit overige werkzaamheden belast van € 127.711 en is een vergrijpboete opgelegd van € 17.187. In 2011 zijn de panden door A bv verkocht voor € 1.250.000.

Rechtbank Arnhem oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de waarde van de panden bij verkoop aan A bv slechts € 500.000 was. Het maakt niet uit dat X niet heeft gekozen voor een minnelijke taxatie en dat er in de akte van levering een fiscale glijclausule was opgenomen. Er is dus geen sprake van een uitdeling. X streefde voorts niet naar een rendement dat uitging boven het rendement dat met normaal vermogensbeheer zou kunnen worden behaald. X stelt geloofwaardig dat hij vanwege de veiligheid minder afgelegen wilde gaan wonen en er aanvankelijk zelf wilde wonen. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Arnhem

3

Gerelateerde artikelen