Rechtbank Den Haag oordeelt dat X geen zelfstandig beroep uitoefent. Er is namelijk sprake van onvoldoende zelfstandigheid ten opzichte van de opdrachtgevers. De inspecteur heeft dan ook terecht een VAR-loon afgegeven.

X vermeldt in zijn VAR-WUO-aanvraag als werkzaamheden: ‘dieven en draaien tomatenkwekerij in de agrarische sector'. De inspecteur geef een VAR-loon af. Volgens de inspecteur zijn de werkzaamheden namelijk gelijk aan de werkzaamheden waarvoor in 2011 een VAR-loon is afgegeven.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X geen zelfstandig beroep uitoefent. Volgens de rechtbank maakt X namelijk niet aannemelijk dat er sprake is van voldoende zelfstandigheid ten opzichte van zijn opdrachtgevers. Fiscaal gezien is er dan geen sprake van een onderneming. De rechtbank overweegt hierbij dat door de opdrachtgevers tot in detail verplichtingen aan X als opdrachtnemer zijn opgelegd in de overeenkomsten. Verder blijft er voor X nauwelijks enige vrijheid over met betrekking tot de te verrichten werkzaamheden. Volgens de rechtbank moet X namelijk binnen een periode van één week het aantal overeengekomen plantjes dieven en draaien en mag hij geen kleding dragen die ook op andere kwekerijen is gedragen. Verder moet X de aangewezen en aangereikte materialen van de opdrachtgevers gebruiken, draagt hij geen verantwoordelijkheid voor het eindproduct en loopt hij ter zake daarvan ook geen risico. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.156

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 22 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen