Belanghebbende, X, drijft een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. In geschil is of X belastingplichtig is voor de IB/PVV en premieplichtig voor de Zorgverzekeringswet.
Hof Amsterdam (EK IX, 21 januari 2015, 13/00576 en 13/00577, V-N 2015/19.2.1) verwerpt het verzoek van X om de zaak in het openbaar te behandelen omdat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden en omdat de inspecteur het verzoek van X niet ondersteunt. Om deze redenen staat het hof ook het maken van beeld- en geluidsopnamen niet toe. Het hof sluit zich verder aan bij het oordeel van Rechtbank Noord-Holland dat X zich niet met een beroep op internationale verdragen kan onttrekken aan het betalen van IB/PVV en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Rechtbank Noord-Holland 16 augustus 2013, nrs. AWB 13/1286 en 13/1287, V-N Vandaag 2013/2565). Het betoog van X over de verschillende fiscale behandeling van multinationals en ‘mensen van vlees en bloed' kan hem niet baten omdat deze groepen voor de belastingheffing niet als gelijke gevallen kunnen worden aangemerkt. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten 26
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27c
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 22 juli