Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat omstandigheden in de bezwaarfase door de rechtbank ten onrechte relevant zijn geacht. Het gaat namelijk om de redelijke termijn in de beroepsfase.
De heer X heeft in korte tijd 35 bezwaarschriften ingediend. X krijgt hierdoor € 26.899 BPM terug, € 84 rente en bezwaarkosten van in totaal € 1907,50.X gaat vervolgens in beroep. Aanvankelijk zijn deze beroepen na een vereenvoudigde behandeling niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. In verzet wordt met succes geklaagd over het feit dat geen immateriële schadevergoeding is toegekend (zie HR 4 maart 2016, nr. 15/02922, V-N 2016/15.12). Volgens Rechtbank Gelderland wordt X voldoende gecompenseerd met een totale immateriële schadevergoeding van € 3000. De gemachtigde van X is namelijk een professional en had moeten begrijpen dat de beroepen wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk waren. In casu is de redelijke termijn op een langere termijn dan twee jaar gesteld. De gemachtigde van X heeft namelijk een zeer groot aantal gelijksoortige BPM-bezwaren ingediend. Er zijn in de bezwaarfase namelijk diverse besprekingen gevoerd om tot een oplossing te komen. Deze periode wordt daarom niet meegerekend. De totale proceskostenvergoeding wordt vastgesteld op € 1860. Voorts moet de Staat het griffierecht van € 5460 vergoeden. De beroepen van X zijn niet-ontvankelijk. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat omstandigheden in de bezwaarfase door de rechtbank ten onrechte relevant zijn geacht. Het gaat namelijk om de redelijke termijn in de beroepsfase. Vanwege de samenhang wordt volstaan met één immateriële schadevergoeding van € 3000. X claimt wel terecht rente over deze vergoeding (zie HR 26 februari 2016, nr. 14/05747, V-N 2016/14.4). Het beroep van X is slechts in zoverre gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:73
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 8 mei