Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de AWBZ-premie terecht is geheven omdat het CVZ geen beschikking heeft afgegeven waarbij aan belanghebbende een vrijstelling voor deze premie is verleend.

Belanghebbende (X) woont sinds 1984 in Nederland en ontvangt sinds 1979 een Duitse invaliditeitsrente. Zij stelt dat ze recht heeft op een vrijstelling van de AWBZ-premie, ondanks het feit dat de BVA uit Berlijn niet een verklaring heeft afgegeven waarmee belanghebbende zich tot het College van Zorgverzekeraars (CVZ) kan wenden om vrijstelling voor de Nederlandse sociale verzekeringen te krijgen. Volgens belanghebbende is zij altijd in Duitsland verzekerd geweest. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de AWBZ-premie terecht is geheven omdat het CVZ geen beschikking heeft afgegeven waarbij aan belanghebbende een vrijstelling voor deze premie is verleend. Het hof overweegt hierbij dat belanghebbende van de Duitse autoriteiten geen verklaring heeft gekregen waarmee zij bij het CVZ een vrijstelling kan aanvragen. Het staat het hof dan niet vrij – bij het ontbreken van een beslissing van het CVZ – om de vrijstelling toe te passen, omdat de vrijstelling alleen door het CVZ kan worden verleend. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

1

Gerelateerde artikelen