Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar met zijn taxatierapport de waarde van het bedrijfsgedeelte van het pand van X aannemelijk heeft gemaakt. De gebruikersbelasting OZB is naar het juiste bedrag vastgesteld.

X is eigenaar en gebruiker van een object bestaande uit een bedrijfsruimte en een woning. De WOZ-waarde 2019 van het geheel is vastgesteld op € 649.000, de grondslag voor de gebruikersbelasting OZB op € 282.000. In hoger beroep overlegt de heffingsambtenaar een taxatierapport waarin het geheel wordt getaxeerd op € 682.000 en het woongedeelte op € 400.000. X stelt dat de heffingsgrondslag voor de gebruikersbelasting dan € 249.000 moet zijn, te weten € 649.000 -/- € 400.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar met zijn taxatierapport de waarde van het bedrijfsgedeelte van het pand van X aannemelijk heeft gemaakt. De gemeente is niet verplicht om de bottom-up methode te gebruiken om de kapitalisatiefactor te onderbouwen. Nu de waarde van het bedrijfsgedeelte aannemelijk is gemaakt, is de heffingsgrondslag voor de OZB door de heffingsambtenaar niet op een te hoog bedrag vastgesteld. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 220e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 30 november

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen