Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar inzicht moet geven in de prijsontwikkeling waarmee hij de eigen koopsom heeft geïndexeerd om tot de WOZ-waarde te komen.

X is eigenaar van een woning die hij op 4 juli 2017 heeft gekocht voor € 355.000. In geschil is de WOZ-waarde 2019 (waardepeildatum 1 januari 2018). De heffingsambtenaar verdedigt op basis van een indexatie van de koopsom een WOZ-waarde van € 363.000.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar inzicht moet geven in de prijsontwikkeling waarmee hij de eigen koopsom heeft geïndexeerd om tot de WOZ-waarde te komen. De heffingsambtenaar heeft terecht rekening gehouden met de waardeontwikkeling in de periode tussen de aankoop op 4 juni 2017 en de waardepeildatum 1 januari 2018. Hij heeft de prijsontwikkeling van 10,71% berekend op basis van ‘permanente marktanalyse.’ Met die algemene beschrijving heeft de heffingsambtenaar echter niet inzichtelijk gemaakt hoe hij tot dit percentage is gekomen, omdat daaruit niet is af te leiden welke verkoopcijfers voor deze permanente marktanalyse zijn gebruikt en X die gegevens niet kan controleren en zo nodig gemotiveerd betwisten. Hier is dus sprake van een ‘black box.’ De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en verlaagt de WOZ-waarde naar € 360.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 1 oktober

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen