Hof Amsterdam oordeelt dat voor het opleggen van een boete niet is vereist dat X bv een herinneringsbrief moet hebben ontvangen. Het hof verwijst hierbij naar de wetsgeschiedenis.

X bv heeft over 2008 geen tijdige VPB-aangifte ingediend. De inspecteur heeft daarom ambtshalve een aanslag opgelegd. Hij heeft daarbij een verzuimboete van € 567 opgelegd. X bv bestrijdt dat zij de herinneringsbrief die voorafgaat aan de aanmaning, heeft ontvangen. Volgens X bv is de boete dan ook ten onrechte opgelegd. Rechtbank Haarlem oordeelt dat er geen reden is om aan te nemen dat X bv de herinneringsbrief niet heeft ontvangen. De rechtbank laat de boete in stand.

Hof Amsterdam oordeelt – na raadpleging van de wetsgeschiedenis – dat de boete terecht is opgelegd. Volgens het hof valt namelijk in de wetsgeschiedenis geen toezegging te lezen dat er geen verzuimboete zal worden opgelegd als een herinneringsbrief ontbreekt. Aangezien vaststaat dat X bv is uitgenodigd tot het doen van aangifte, en na ontvangst van de aanmaningsbrief niet tijdig de aangifte heeft gedaan, is volgens het hof voldaan aan de voorwaarden voor het opleggen van een boete. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

4

Gerelateerde artikelen