Belanghebbende, X, is het niet eens met de hoogte van de WOZ-waarde 2013 van zijn tussenwoning in de gemeente Hilversum. Rechtbank Midden-Nederland verklaart het beroep gegrond en verlaagt de waarde naar € 205.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemachtigde van X het beroep in eerste aanleg tijdig heeft gemotiveerd, zodat dit beroep ontvankelijk is. Gelet op de verklaringen van beide partijen acht het hof het aannemelijk dat de rechtbank tijdig kennis heeft genomen van de brief waarin de gemachtigde alle 130 beroepen heeft gemotiveerd. Voor zover de heffingsambtenaar heeft willen stellen dat de het beroep uiterlijk binnen de beroepstermijn gemotiveerd had dienen te zijn, dan wel dat de rechtbank in redelijkheid niet het uitstel voor het indienen van de motivering kon verlengen, treffen ook deze gronden geen doel, nu noch een rechtsregel, noch de goede procesorde zich tegen een dergelijk uitstel verzetten. Wat betreft de waardering sluit het hof zich aan bij de door de rechtbank in goede justitie bepaalde waarde van € 205.000. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17