Hof Amsterdam staat in hoger beroep de aftrek van kosten voor acupunctuurbehandelingen alsnog toe. Dit leidt echter niet tot een proceskostenveroordeling voor de inspecteur. De noodzaak tot het instellen van het hoger beroep vloeit namelijk voort uit het niet tijdig verstrekken van een vergoedingenoverzicht door X.

In zijn aangifte ib/pvv 2013 claimt X aftrek voor specifieke zorgkosten. De inspecteur komt daar niet geheel aan tegemoet. Uiteindelijk komt X in hoger beroep. In geschil is dan alleen nog of X recht heeft op aftrek van de netto kosten van de 18 acupunctuurbehandelingen ad € 1290 en de aftrek van vervoerskosten voor het verkrijgen van geneeskundige/heelkundige hulp inzake het niet-verleende deel daarvan ad € 252.

Hof Amsterdam beslist dat X geen recht heeft op aftrek van de door hem gestelde extra vervoerskosten. X heeft deze extra vervoerskosten op geen enkele manier onderbouwd. De inspecteur heeft het hof aangegeven een aanvullende aftrek voor zorgkosten te willen verlenen ad € 1290 voor de gemaakte acupunctuurbehandelingen. Dit naar aanleiding van een door X overgelegd vergoedingenoverzicht van de zorgverzekeraar. Omdat X met de herrekening van de inspecteur instemt wordt de aanslag ib/pvv 2013 overeenkomstig verminderd. Het hoger beroep is gegrond. Voor het toekennen van een kostenvergoeding in hoger beroep is geen aanleiding nu de noodzaak tot het instellen van hoger beroep uitsluitend voortvloeide uit de handelwijze van X (namelijk: het niet tijdig verstrekken van het vergoedingenoverzicht).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Wet inkomstenbelasting 2001 6.1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 27 februari

Carrousel: Carrousel

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen