Per beschikking van 14 augustus 2004 verrekent de inspecteur een verlies uit 1990 met de winst van X bv over 1989. Op 16 oktober 2004 verrekent de inspecteur een verlies uit een andere jaar, 1991, met de winst over 1989. Voor het jaar 2004 legt de inspecteur X bv een aanslag vennootschapsbelasting op naar een belastbaar bedrag van nihil en een beschikking waarbij het verlies wordt vastgesteld op € 20.875. X bv maakt bezwaar tegen de hiervoor genoemde beschikkingen. Wanneer de inspecteur de bezwaren afwijst, stelt X bv beroep in. In het proces-verbaal stelt Rechtbank Leeuwarden vast dat X bv haar beroepen heeft ingetrokken. Op het hoger beroep van X bv overweegt het Hof Leeuwarden dat tegen een proces-verbaal geen hoger beroep openstaat. Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk, maar draagt de rechtbank onder verwijzing naar HR 23 september 2011, nr. 11/00372, V-N 2011/47.7 op om de constatering dat de beroepen zijn ingetrokken alsnog neer te leggen in een voor hoger beroep vatbare uitspraak (Hof Leeuwarden 25 oktober 2011, nr. 10/00183). Nadat de rechtbank aan deze opdracht gehoor heeft gegeven, stelt X bv opnieuw hoger beroep in.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank de beroepen van X bv terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard nu de gemachtigde de beroepen (nadrukkelijk en ondubbelzinnig) ter zitting van de rechtbank rechtsgeldig heeft ingetrokken. Niets wijst erop dat X bv, zoals zij stelt, door de rechtbank is misleid. De omstandigheid dat X bv na de zitting is gebleken dat het bezwaar tegen de verliesverrekeningsbeschikking 1990 in haar ogen wel tijdig is ingediend, is een omstandigheid die voor haar rekening en risico moet blijven. Het hoger beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:21
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 13 september